Emoties begrijpen
We leren op school spelling en taal, hoe we iets moeten uitrekenen, hoe je met elkaar om gaat, zingen, een koprol maken.... De meeste van ons leren niet hoe je zelf in elkaar zit. En dan bedoel ik hoe ons brein werkt en hoe dat in verbinding staat tot ons lichaam. Ik geloof erin dat we onszelf en elkaar beter begrijpen als we ook snappen waar emoties voor dienen, waar je dat voelt en hoe je ermee om kan gaan. De theorie 'window of tolerance' legt dit heel mooi uit. Dat wanneer we spanning ervaren, het stukje brein van redeneren niet meer werkt. Het heeft dus ook geen zin om tegen een boos kind te zeggen: 'ga jij maar op de gang zitten en even heel goed nadenken over wat je hebt gedaan.' Of op het moment dat iemand heel verdrietig of kwaad is, dan is de vraag 'wat is er aan de hand' heel moeilijk te beantwoorden. Wat wel helpt is eerst te kalmeren, weer terug in je 'raampje' komen. Bijvoorbeeld door muziek te luisteren, te mediteren, te kleuren of even alleen zijn. Daarna werkt het gedeelte van je brein weer dat kan reflecteren en uitleggen.
Ik werk graag met oefeningen waarbij je ervaart waar je grens ligt. Daar ontdek je de alarmbellen van je lichaam: je voelt een knoop in je maag of zweethanden of onrustige benen of een steek in je hoofd of..... Nu je die alarmbel kent, kun je sneller je grens herkennen en hopelijk op tijd er iets mee doen. En als dat niet lukt: geeft niet, dan begrijp je in ieder geval achteraf beter wat je brein en lichaam deden. Je hoeft geen oordeel (bijvoorbeeld schuldgevoel) over je emotie te hebben, want de mensen zijn geprogrammeerd met blij, boos, bedroefd en bang. Het is zoals het is.
Vrij spelen
Vroeger speelde ik het liefst in een rommelige tuin met veel hoekjes en verborgen plekken. Een plaats waar ik iedere keer iets nieuws ontdekte en lekker kon fantaseren. Het liefst met zo min mogelijk regels en plannen, zodat ik er mijn eigen creativiteit kwijt kon. Ook bij mijn eigen kinderen zie ik dat ze liever tussen de bomen en struiken aan de slootkant een hut maken, dan dat ze klimmen in het klimrek van de speeltuin.
Wat ik ook fascinerend vind, is de aantrekkingskracht van lege grote dozen, glimmende papiertjes, gekke poppetjes, stokken, stenen, de hakschoenen van een volwassenen, ballen, beestjes, kliederen, make-up, op muren verven. Vooral dingen doen die niet in een gebruiksaanwijzing of spelregels staan. Iets dat eigenlijk niet 'de bedoeling' is. Lekker vrij spelen.
Het is zelfs wetenschappelijk bewezen dat vrij spelen goed is voor kinderen. Door hun fantasie en creativiteit te gebruiken en te experimenteren worden ze beter in het bedenken van oplossingen, ontdekken ze hoe anderen kinderen op ze reageren, leren ze grenzen kennen, kunnen ze gebeurtenissen verwerken en ontdekken ze wat ze leuk vinden.
Delen
We leven met z'n allen op de wereld, dus die delen we met elkaar. We kunnen ook spullen met elkaar delen. Ik vind dat er al veel spullen gemaakt zijn en dat we die prima kunnen hergebruiken en uitwisselen. Beter voor het milieu (minder fabrieken die spullen moeten maken) en leuk voor elkaar (het voelt goed om elkaar iets te geven). Daarom probeer ik zoveel mogelijk herbruikbare spullen te gebruiken of spullen die mensen nog hadden liggen.
Aangezien we de wereld toch met elkaar delen, kan ik de Bloos Boxen ook delen. Dat betekent dat ik geen geld vraag voor het lenen van een box. Je mag wel een vrijwillige donatie doen, daarmee kan ik nieuwe gebruiksspullen (klei, knutselpapier, spijkers, lampjes) of de huur van de werkruimte betalen. Je mag ook (nieuwe) herbruikbare spullen geven. Dit kun je bij me brengen of in een box doen als je hem hebt geleend.
'Dit is niet de bedoeling'
Ik vind het interessant om te merken dat veel ouders behoefte hebben aan een kader: een box met een thema of uitleg wat de bedoeling is. Ik vertel dan dat er geen bedoeling is. Je geeft de box aan de kinderen, doet een stapje achteruit en laat ze helemaal zelf ermee aan de slag te gaan.
Zo had ik een keer mijn dochter van 6 jaar de knutselbox gegeven. Ze prikte met een schaar gaatjes in de pingpongballen en stopte daar pailletjes in. Even ging er door mijn hoofd bij het doorboren van de ballen 'dit is niet de bedoeling'. En toen besefte ik dat ook ik een idee heb bij de spullen die ik in de boxen stop. Dat probeer ik los te laten, want waarom zou mijn idee 'de bedoeling zijn' en het idee van mijn dochter niet?
Als ze alleen maar met de wasknijpers spelen terwijl jij denkt dat de lampjes in de box veel interessanter zijn, laat gaan.
Als ze alleen maar de lijm in een potje stoppen en jij vind dat zonde, laat gaan.
Als ze een spijker in een houten plank willen slaan en jij ziet dat de spijker te kort is, laat gaan.
Als je een gaaf idee hebt om de hut nog toffer te maken, laat gaan.
Als je denkt dat de kinderen niet weten wat ze met een box aan moeten, laat nog even gaan.
Wat je wel kunt doen is kijken en genieten. Zie hoe de kinderen spelen, zelf dingen aanpakken en welke ideeën ze hebben. Of hoe ze verbaasd zijn en zoeken naar een manier om ermee te spelen. Het geeft je een inkijkje in hun hoofd, fantasieën, emoties.
Als je je echt niet kunt inhouden: vraag dan eerst of je een idee mag geven.
Als je het niet aan kunt zien dat je kind gefrustreerd raakt als het niet lukt: geef aan dat hij/zij altijd jouw hulp mag vragen.
Als je vindt dat het onveilig is: vraag je eerst af of het echt onveilig is en dan zeg je je kind te stoppen, laat je zien waarom het onveilig is en hoe het op een andere manier zou kunnen.
Ik ben benieuwd wat in jouw ogen 'niet de bedoeling is'?